Het is zaterdag. Twee dagen geleden is ons kleintje overleden. En nu moet ik weg uit het ziekenhuis. Ontslagen noemen ze dat. Ik ben beter…

Enigszins ontredderd kijk ik om mij heen. Wat verzameld een mens veel spullen in een paar weken! Ik heb geen zin. Het is hier fijn. Lieve mensen die weten wat we doormaken. Onze kanjer die nog in de couveuse ligt, slechts 4 verdiepingen verderop. Eten wat 3 keer per dag opgediend wordt. Geen huishouden doen. Nee, eigenlijk wil ik hier niet weg.

Of toch wel? Het gebrek aan privacy is killing. Iedereen komt gewoon binnen gewandeld. Verpleging, catering, schoonmaak, artsen… Zonder aankondiging. Soms zelfs zonder kloppen. Eigenlijk ben ik wel toe aan een eigen plekje. Een normaal bed. Een slot op de deur.

Gelukkig is er plek voor ons in het Ronald McDonald huis, 5 minuten wandelen van het ziekenhuis. Paps en mams helpen inpakken. We zeggen de verpleging gedag en vertrekken naar ons volgende tussenstation.

Een hele lieve vrijwilligster vangt ons op. Ze is op de hoogte van onze situatie en laat ons onder het genot van een kopje thee ons verhaal doen. Dan krijgen we een rondleiding. Ze wijst ons een kastje in de keuken aan en een plank in de koelkast. Ze legt de regels uit. Niks raars. Stil op de gangen na 22.00 uur. De vrijwilligers maken alles schoon, behalve je eigen kamer. Er mag alleen in de eetkamer gegeten worden. De algemene was zoals handdoeken en beddengoed wordt door de vrijwilligers gedaan en ook de vaatwassers ruimen ze uit. Zodat je zelf wat zorgen minder hebt in een periode waarin je al genoeg aan je hoofd hebt. Ik kijk om me heen en neem alles in me op. Wat is dit een liefdevolle plek! En wat een prachtig huis! Het voelt goed om hier te zijn.

’s Avonds zitten we in de eetkamer. Een medebewoner spreekt ons aan. Het blijkt dat zij ook een kindje heeft verloren. Ook één van een tweeling. We lachen en huilen samen. We praten over de frustraties die je soms hebt als mensen domme dingen zeggen. Over de liedjes die je op een kindercrematie kan draaien. Over het ziekenhuis en wat er allemaal op je af komt als je daar ligt. Er is herkenning en erkenning.

Later in bed dringt tot mij door hoe bijzonder deze plek is. Ik voel me op mijn gemak. Er is rust en begrip. Niemand zit hier voor z’n lol. Je hoeft niet te reizen naar je kindje. Het is om de hoek. En dan die lieve vrijwilligers die er alles aan doen om het jou naar de zin te maken. Het voelt echt als een thuis ver van huis. Wat ben ik blij dat we hier mogen zijn!